Ademen is het eerste wat je doet als je geboren wordt en het laatste dat stopt als je sterft. Ademen is dus wezenlijk om te kunnen leven. En toch hebben we het er nauwelijks over. Ademen gaat zo vanzelf dat we eigenlijk niet waarnemen dat we het doen.
Een mens kan langdurig zonder voedsel, veel korter zonder water, maar nauwelijks zonder zuurstof. Zo zijn we dagelijks bezig met ons eten en drinken, want daar moeten we zélf voor zorgen. We letten echter niet op of we wel voldoende ademen, want het inhaleren en ‘exhaleren‘ van lucht gaat zó vanzelf dat we er niet bij stilstaan. Tenzij … we intensief sporten, een longziekte hebben of last hebben van vervuilde lucht, maar dat zijn andere onderwerpen.
Niettemin is ademen iets buitengewoons. Zo heb ik dat ervaren toen ik in mijn tienerjaren op mijn eentje aan yoga deed. Aangemoedigd door de grondlegger van yoga in Nederland, dokter Rama Polderman, las ik met rode oortjes zijn eerste boek daarover en begon ik ásana’s te oefenen.
Verder gaf hij aanwijzingen voor diverse ademoefeningen, pranayama geheten [‘ayama’=verlengen van ‘prana’=vitale energie]. Prana is waar het om draait bij de (yoga)-ademhaling, prana adem je in en uit. Het is levensenergie: die universele of kosmische energie, waarvoor we ook het Chinese begrip Chi kennen.

In mijn jonge yoga-jaren – ik was zo’n 16, 17 jaar oud – heb ik bewust ademen als weldadig leren beleven. Voor het eerst werd ik spiritueel aangeraakt. Dit was mede mogelijk omdat ik daar de tijd en de ruimte voor had. Eerlijkheidshalve vertel ik dat die vaardigheid van het bewuste ademen mij in latere jaren weer is ontglipt.
Maar de zoete herinnering bleef. In de loop van mijn leven heb ik mij verdiept in meerdere ademsystemen. Er verschenen boeiende boeken over de adem, boeken die allemaal wel iéts te bieden hadden. Soms oefende ik ook volgens de aanwijzingen in zo’n boek. Toch ben ik naar die echte (ver)lichtende ademervaringen nog steeds op zoek.
Onlangs besloot ik dit aan te pakken. In die aanpak – die ik graag met jullie deel – onderscheid ik vier fasen van adembewustwording. Ten eerste: gewaar worden wanneer je adem tekortschiet; ten tweede: daar bewust bepaalde oefeningen tegenover stellen; ten derde: bemerken dat je dat soms als een weldaad ervaart; ten vierde: dichterbij je essentie komen. Omdat je je meer bewust wordt van je adem, keer je weer terug naar de eerste fase.

Op deze manier heb ik dit in schema gezet: een cirkel met een horizontale en verticale as. Als je dit goed bekijkt, zie je dat er een wisselwerking plaats heeft tussen fysieke en psychische aspecten van jezelf. In de eerste en derde fase ben je gefocust op het ervaren van je lichaam, in de tweede en vierde fase speelt vooral je psyché een rol.
- Wanneer schiet je adem tekort? Teveel afleidingen na elkaar of tegelijkertijd doet een mens de adem inhouden. Dit leidt tot onregelmatig ademen, gespannen spieren in het ademsysteem; met spanning ook in middenrif en buik.
- Wanneer je bewust werkt – volgens welke methode dan ook – aan een regelmatige, ontspannen ademhaling, kalmeert je geest, word je minder gehinderd door ‘mind-chat’ en hebben afleidingen minder vat op je.
- Dit heeft effect op je hele lichaam, dat in zijn geheel zal reageren op de oefeningen. Een deel van het zenuwstelsel neemt het over en zal de effecten nog versterken: een niet vermoede weldadigheid kan je overspoelen.
- Op zulke momenten kun je beter voelen en ervaren wie jij in wezen echt bent. Je komt uit bij datgene in jou dat blijvend is, je essentie. Deze ervaring moedigt je aan door te gaan met de oefeningen, om je essentie weerkerend te kunnen ervaren.
Over de adem valt nog veel meer te vertellen. Dat bewaar ik voor een volgende keer.
Nu wil ik je wijzen op een recent (2020) uitgekomen boek met de titel ‘Het nieuwe ademen’, door James Nestor. Het is spannend geschreven, gaat uitputtend in op talloze aspecten van de ademhaling en geeft een hele serie ademoefeningen als bijlage.